Stijlevolutie
Van Figuratief Expressionisme naar Abstract Verticalisme
Luc Peire (Brugge 1916 – Parijs 1994) volgde de weg vanuit het expressionisme over een persoonlijke reductie en stilering van de menselijke figuur naar de voorstelling van de mens als spiritueel wezen, gesymboliseerd in de verticale beweging en gesitueerd in een uitgebalanceerde ruimte.
1930-1940: leertijd – invloed Permeke
Als jonge kunststudent te Brugge (1930-1935), Gent (1932-1935) en Antwerpen (1935-1940, onder leiding van Gustave Van de Woestijne) leert Luc Peire op sublieme wijze de academische technieken van het schilderen (Portret Mevrouw S. Vande Calseyde), maar raakt ook in de ban van Constant Permekes ‘niet-academische’ aanpak. Landschappen, portretten en interieurs uit die periode verraden in compositie, kleur en toets ongeremd de krachtig expressieve beeldentaal van de meester uit Jabbeke. Maar bij Peire treedt geen ‘overdrijvende’ vervorming van het afgebeelde op.
Portret Mevrouw S. Vande Calseyde (1937) – CR 58 – foto Archief Stichting JLP
1940-1946: oorlogsjaren – ‘intimisme’
Op het expressionisme, onder invloed van Permeke, volgt een animistische, beter omschreven als ‘intimistische’, tussenperiode, waarvan o.a. het doek Les Gosses uit 1942 getuigt.
Les Gosses (1942) – CR 141 – foto Archief Stichting JLP
Studietekening naar ‘Kruisafneming (Bewening van Christus)’ van Giotto (fresco in Scrovegni-kapel, Padua) (1947) – IMP 396B – foto Archief Stichting JLP
1947 - 1948: invloed van de Italiaanse frescoschilderkunst (Trecento en Quattrocento)
Na zijn ontslag uit La Jeune Peinture Belge (15 maart 1947, samen met Rik Slabbinck en Jack Godderis), wordt Luc Peire in datzelfde jaar de gelegenheid geboden een studiereis naar Italië en Sicilië te ondernemen. Hij bewondert vooral het werk van Giotto en Piero della Francesca.
Vanaf 1948 beheerst het structurele principe van de Italiaanse frescoschilderkunst zijn werk. Het figuratieve thema wordt op het tweedimensionale vlak uitgewerkt in een uitgebalanceerde compositie met omlijnde vormen en kleurvlakken.
Studietekening naar ‘Kruisafneming (Bewening van Christus)’ van Giotto (fresco in Scrovegni-kapel, Padua) (1947) – IMP 396B – foto Archief Stichting JLP
1949-1951: Spanje – Marokko – Balearen
De aanzet tot het essentialiseren en het schematiseren van de uitbeelding tot een harmonisch gestructureerd verfijnd spel van heldere kleuren duikt ten volle op in 1949-1951 in Spanje en op verschillende locaties in Marokko (De blinden).
In 1950 leert Luc Peire op de Balearen zelf de techniek van het al fresco-schilderen.
De Blinden (1950) – CR 390 – foto Archief Stichting JLP
1951: sleutelwerk ‘La Famille Godderis’
Als het ware beïnvloed door het monumentale karakter van het frescoschilderen gaat Luc Peire over tot het schilderen op doeken van groter formaat (La Famille Godderis). Luc Peire komt tot een krachtiger schematiseren en essentialiseren van het uitgebeelde. Eliminatie van het detail, stilering en vereenvoudiging verhogen de structurele kracht van het doek. In het werk La Famille Godderis brengt de kunstenaar verschillende genres (stilleven, portret, interieur) tot een perfecte synthese.
La Famille Godderis (1951) – CR 455 – foto Archief Stichting JLP
1952-1953: Belgisch-Kongo / Tenerife
Een reis naar Belgisch-Kongo en Tenerife (1952-1953) en de dialoog met Eduardo Westerdahl en Alberto Sartoris te Tenerife leiden tot een nieuwe ‘artistieke geboorte’ van Luc Peire. Vanaf nu worden werken gecreëerd waar de mens niet meer zintuiglijk, anekdotisch als individu wordt voorgesteld, maar spiritueel, universeel, als ‘être humain’, gesitueerd in een meestal lege ruimte en met kleurtonen van metafysisch blauw, bruin, zwart en wit.
In de mise-en-scène van Peires schilderijen uit 1953 krijgen de tot omlijnde (metafysische) silhouetten vereenvoudigde staande figuren hun plaats in (atelier)interieurs met verschillende binnenruimtes, tussenwanden, geopende deuren, plankenvloer, palet, schildersezel. ‘Mens’ en ‘ruimte’ zullen vanaf nu ook zijn werk blijven beheersen (Familie Denghese).
Familie Denghese (1953) – CR 551 – foto Archief Stichting JLP
Midden jaren ’50: verdere verticale abstrahering – Parijs
Vanaf 1954 zet de abstraherende tendens zich door. Luc Peire treedt in artistieke dialoog met de Spaanse beeldhouwer Josep María Subirachs en zoekt vanaf nu de Parijse artistieke wereld op waar hij in contact komt met Michel Seuphor en Leo Breuer.
Luc Peire speelt voortaan met variaties van ruimtelijkeid (diep, open, ingedeeld, decormatig). Menselijke figuren slankt hij verder af in verticaliteit of groepeert ze tot gebundelde arabesken, beïnvloed door de dynamiek van dansende stammen tijdens zijn rondreis in Belgisch-Kongo. Nadien gaan die over tot een verticaal (gebundeld) lijnenspel met suggestieve buigingen en rondingen en het hoofd als cirkelvorm (Mwinda Mingi).
Mwinda Mingi – 1955 – CR 626 – foto Archief Stichting JLP
In een volgende fase verdeelt hij het vlak in verticale stroken en banden. Het schilderij wordt de scène van een spel met wisselende vlakken, transparante architectuurwanden (Olympos), banden in graduele kleurtonen (gordijneffect) of zuivere lijnen, al dan niet verruimd en verdiept door een diagonaal of een buiging, of geanimeerd door kleinere opzichzelfstaande geometrische vormen (vierkant, cirkel, driehoek) (Pigalle).
Pigalle (1960) – CR 758 – foto Archief Stichting JLP
Vanaf midden jaren ’60: abstract verticalisme
Vanaf zijn verblijf in New York (1965/1966) tot aan zijn laatste werk (1992) houdt Luc Peire zich als abstract verticalist consequent aan de dunne verticalen, smalle of brede kleurstroken en -banen die zich aanvankelijk centraal sereen ritmeren en bundelen: Venici, (1968), Tristan (1968) en Bruges (1968).
Venici (1968) – CR 1012 – foto Archief Stichting JLP
Later situeren die zich aan de zijkanten van een veelal monochroom veld: Tasman, (1988), Pagilu (1991) en Triangle (1992).
Door zijn intens contact met de verstilde eenvoud, de pure soberheid en de heersende kracht van ruimte en licht van het Romaanse abdij- en kerkinterieur, schildert Luc Peire monochrome grijzen als spirituele doeken: Sénanque, (1979), Tournus (1979) en Saintes (1982).
Tasman (1988) – CR 1368 – foto Archief Stichting JLP
Graphie 1137 (1973) ILP 1137 – foto Archief Stichting JLP
Graphie 1291 (1992) ILP 1137 – foto Archief Stichting JLP
Tekening en Graphie
Al vroeger had Luc Peire het verticalisme rigoureus doorgevoerd in zijn fijn genuanceerde potloodtekeningen en in de ‘graphie’: een persoonlijke kunstvorm waarbij ingeschilderde zwarte massa’s (op unalit, novapan, formica, paneel, perspex, plexi, …) bewerkt worden met de werktuigen van een graveur. Het zijn werken waarin Peire via het virtuoos geritmeerde wit-zwartcontrast een vorm van optical art bereikt waarin hij gelijktijdig de muzikale parameter ‘tijd’ betrekt.
(Graphie 1137, 1973 & Graphie 1291, 1992)
Graphie 1137 (1973) ILP 1137 – foto Archief Stichting JLP
Graphie 1291 (1992) ILP 1137 – foto Archief Stichting JLP
De graphie vormt niet alleen het wezenlijke bestanddeel van de Groupe Lumino-Tours (1970) maar ook – in ‘oneindig’ sterke mate – van zijn Environnement I (1967), Ambiente Mexico 68 (1968) en Environment III (1973). In uiterste consequentie bereikt Luc Peire hier via spiegeleffecten de climax van zijn artistiek streven: verticalisme, ruimte, oneindigheid.
Fotograaf-cineast Jean Mil maakte een experimentele kortfilm over Peire’s Environnement.
Environnement I (1967) – ILP 777 – foto Archief Stichting JLP
Integratiewerk Muur Relief 68 voor J. van Breda & C° (Bank van Breda), Plantijn Moretuslei, Borgerhout-Antwerpen, 1968 – foto Jean Mil
Multidisciplinair
Vanaf 1967 nemen de multidisciplinaire activiteiten van Luc Peire toe als schilder, graveur, tekenaar en ontwerper van architecturale integraties in België en in Frankrijk. (bijv. Muur Relief 68 voor Bank van Breda, Borgerhout-Antwerpen, 1968 & Teken U.Z. Gasthuisberg, Leuven, 1992).
Integratiewerk Muur Relief 68 voor J. van Breda & C° (Bank van Breda), Plantijn Moretuslei, Borgerhout-Antwerpen, 1968 – foto Jean Mil
Met zijn multipels (gravure, zeefdruk), architecturale integraties en creaties voor het interieur, de publieksruimte en de urbane omgeving, streefde Luc Peire ernaar zijn artistieke visie aan een breed publiek kenbaar te maken.
Teken U.Z. Gasthuisberg, Leuven (1992) – foto Archief Stichting JLP
Tekst: Marc Peire
Curator – Archivaris Atelier Luc Peire – Stichting Jenny en Luc Peire, Knokke